Seizoen 2014/2015 Nieuwsbrief 3           

Februari 2015

 

Beste Sjoelvrienden en vriendinnen, hierbij weer een nieuwsbrief van de sjoelclub “SCHAVUIT”.

Introductie.

Hallo sjoelvrienden en vriendinnen.

Hierbij de derde nieuwsbrief van het seizoen 2014/2015.

De nieuwsbrief die er niet was. De brief is door diverse omstandigheden niet op het gewenste moment verschenen. Hij is er nu met nieuwsbrief nummer 4.We gaan nu eens niet de gebruikelijke rubrieken volgen maar doen iets anders over sjoelen.

 

Het indelen van wie het eerst sjoelen.

Onze wedstrijdleidster, Janny, geeft aan wie er eerst sjoelen en wie eerst jureren. Wat is daarvan de achtergrond? Is die er eigenlijk wel? Jazeker, er is wel degelijk een reden waarom de een eerst sjoelt en de ander eerst jureert. Het heeft er mee te maken wie lang over een potje sjoelen doet en wie er sneller over doet. Dat wil niet zeggen dat als iemand er langer over doet hij of zij slomer is of zo. Verre van dat. Wat zijn dan de oorzaken van het verschil? In de eerste bplaats is het natuurlijk zo dat de een de stenen sneller achter elkaar gooit dan de ander. Dat is dus al 1 reden. Ook is het zo dat de een langer nadenkt hoe de stenen te gooien dan een ander. Verder is het zo dat een heel goede speler na 1 beurt ongeveer 12 stenen overhoudt.

Na de tweede beurt houdt hij nog 3 over en na de derde nog 1. In de eerste beurt gooit hij 30 stenen. In de tweede gooit de goede speler 12 stenen en ten slotte nog 3. Totaal omstreeks 46 stenen.

Een speler die gemiddeld weg 100 gooit heeft ook in de eerste beurt 30 stenen. Dat geldt uiteraard voor elke speler.In de eerst beurt houdt hij zo ongeveer 21 stenen over en in de tweede zo ongeveer 14. In totaal gooit hij dan 65 stenen. Dat zijn er 19 stenen meer dan de goede sjoeler. Dat is en tijdsverschil van ongeveer 45 seconden. Dat krijg je met 10 bakken dus 10 keer en dat maakt over een volle ronde een verschil van 400 seconden wat 7,5 minuut is.

De truc is nu de spelers die er langer over doen, wat niet betekend dat zij traag zijn, in 1 ronde te zetten. Je krijgt dan een ronde die langer duurt en een kortere ronde. Als je in beide rondes spelers hebt die er langer over doen dan heb je 2 keer een langere ronde.

De tijdwinst die we hier mee bereiken is 2 maal 7,5 minuten wat dus een kwartier winst betekend.

Dat is mooi voor ons, redelijk op tijd naar huis en ook voor de koster van de kerk. Die kan dan ook wat eerder naar huis. Dus in meerdere opzichten een voordeel.

Als we niet eerder naar huis zouden willen kunnen we nog een wat langere pauze houden maar het wordt al laat genoeg dus denk ik dan bijna iedereen wel wat eerder weg wil.

 

Triple count

Met het hindernis sjoelen is 1 van de spellen triple count.

Bij het gewone Libre sjoelen is het gebruikelijk om eerst zo veel mogelijk in het midden te krijgen.

Vaak zie ik dit ook gebeuren als men triple count speelt. Maar dan zie je ook vaak dat de kanten geblokkeert raken en de eerste óh zo belangrijke score toch niet wordt wat je zou willen hebben.

Verstandig is dus om eerst wat stenen in de kanten te gooien als die nog mooi vrij zijn en je daarna op het midden te concentreren. Veelal bereik je dan een hogere score dan met in het miden te beginnen. Het is natuurlijk wel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar toch, de kans op een hogere score is er dan duidelijk.

 

De sjoelbakken.

De afspraak is dat de sjoelbakken aan het begin van het seizoen een malig lichtjes behandeld worden

met pledge. De rest van het seizoen wordt er per 10 bakken speelronde lichtjes gepoederd. De bakken zijn dan flink glad. Wie hebben daar hinder van. Vooral de combinatiesjoelers. Dit zijn de sjoelers die het liefst de stenen zo dicht mogelijk bij de poorten hebben en met tikjes links en rechts de stenen voor of in de poorten schuiven. De spelers die de techniek hebben om de stenen er rechtstreeks in te gooien hindert het minder.

De combinatiesjoelers moeten dus minder hard gooien. Dat is lastig maar met enige oefening denk ik wel aan te leren. Probeer het eens en oefen er wat mee. Het lastige is natuurlijk dat het per bak verschilt. Maar dat is dan ook weer de kunst van het sjoelen om je per bak aan te kunnen passen.

Hiermee sluit ik deze bijzondere nieuwsbrief af.

 

 Jan Moesker